Het voorstel ambieert de optimalisatie van het bestaande bibliotheek gebouw. De bestaande planindeling wordt geoptimaliseerd in functie van de huidige en toekomstige noden. Daarbij wordt de primaire structuur van het gebouw vrijwel integraal behouden. Er wordt slechts een beperkte uitbouw gerealiseerd die noodzakelijk is om de vooropgestelde boekencollectie voor volwassenen en jeugd uit te rollen, evenals een bijkomende evacuatietrap te voorzien. De uitbouw past enerzijds binnen de planlogica van het bestaande hoofdvolume, maar garandeert anderzijds een optimale visibiliteit ten opzichte van de Arkenvest en Basiliekstraat, zodoende het gebouw stevig te verankeren binnen zijn context. Dankzij de beperkte schaal van de uitbouw wordt consciëntieus omgegaan met de beeldwaarde van het bestaande gebouw. De uitbouw blijft visueel ondergeschikt aan het bestaande hoofdvolume zodoende het huidige gebouw niet te bruskeren. Diezelfde houding zet zich voort in de keuze voor een genuanceerde materialisatie aan de hand van een eenvoudig baksteenverband dat het bestaande materiaalpallet van gevelparement, zandsteen en arduin aanvult. Enkele bescheiden raampartijen kadreren weloverwogen zichten op de boekenkamer en op het achterliggende park. Het voorstel zet zodoende in op een verduurzaming van het bestaande gebouw, eerder dan op een wankel spektakelstuk. De inherente kwaliteiten van het bestaande gebouw worden geaccentueerd. De pijnpunten worden subtiel weggewerkt dankzij enkele kleinschalige interventies: een auditoriumtrap die kelder en gelijkvloers verbindt; een vide die de boekenkamers en zolder verweeft en van voldoende daglicht bedient. Dergelijke interventies garanderen voldoende flexibiliteit in gebruik: collecties kunnen groeien, krimpen of verschuiven zonder de bruikbaarheid of leesbaarheid van het gebouw te hypothekeren. Daarbij laat het gelijkvloers zich lezen als een doorwaadbare, laagdrempelige huiskamer die burgers verbindt, lezers streelt en bezoekers prikkelt met meer dan louter boeken.