Het perceel ligt te midden van de Vlaamse Ardennen: een glooiend landschap met uitgestrekte vista’s, omboord door dichtbegroeide bossen (STAP 1). Aan de rand van het bos dient een schuilhut te worden voorzien die voorziet in de meest primaire levensbehoeftes. Het gebouwtje heeft een footprint van ongeveer 35m2 (STAP 2). Het volume wordt opgetild zodoende het zicht op het voorliggende landschap te optimaliseren. Bovendien wordt hierdoor een overdekte bewaarplaats voor hout gecreëerd (STAP 3). Het dak wordt éénzijdig opgetrokken waardoor de daglichttoetreding in het volume wordt gemaximaliseerd (STAP 4). Door het volume aan de achterzijde trechtervormig te laten toelopen, wordt het zicht vanop de straat beperkt (STAP 5). De schuilhut wordt gematerialiseerd als een solide trechter in ter plaatse gestort beton. De tijd zal, samen met het omliggende landschap, het volume verweren. Korstmossen en algen zullen de betonnen schil kleuren tot landschappelijke sculptuur.